Kamperen in Nederland is steeds populairder geworden onder zowel Nederlandse als buitenlandse toeristen. De beschikbaarheid van campings neemt echter af omdat vakantieparken zich steeds meer richten op meer winstgevende huisjes. De brancheorganisatie Hiswa-Recron waarschuwt dat het aantal traditionele kampeerplekken kan blijven afnemen, wat een uitdaging kan vormen voor mensen die op zoek zijn naar een meer simplistische vakantie-ervaring. Ondanks deze trend is de aantrekkingskracht van een “eenvoudige” vakantie de laatste tijd weer toegenomen.
Nederland populair bij de Duitsers
Ons land is een populaire bestemming voor toeristen geworden, vooral in de zomer. In 2013 brachten bezoekers uit de buurlanden in totaal 1,8 miljoen nachten door op een camping in Nederland. Vorig jaar in juli en augustus steeg dit aantal echter met bijna de helft tot 2,6 miljoen nachten, volgens het CBS.Een aanzienlijk deel van deze stijging wordt toegeschreven aan Duitse kampeerders, die elk jaar in grotere aantallen naar de Noordzeekust trekken. In 2020 brachten zij iets meer dan 2 miljoen nachten door op onze campings.
Interessant genoeg beginnen Nederlanders de attracties van hun eigen land ook meer te waarderen. Na een dieptepunt van 7,7 miljoen zomerkampeernachten in 2017 is dit aantal de afgelopen jaren gestaag gestegen, mede dankzij de COVID-19 pandemie. In juli en augustus alleen al brachten Nederlandse inwoners samen 9,8 miljoen nachten door op een camping in eigen land.
Meer vraag, maar minder plekken
Het is opmerkelijk dat het aantal campings de afgelopen tien jaar in bijna alle regio’s in het land is afgenomen. Dit geldt zelfs voor Zeeland, dat wordt beschouwd als een toeristische bestemming bij uitstek. Geert Dijks, directeur van de branchevereniging Hiswa-Recron, legt uit dat campings voor een uitdaging staan omdat ze hun areaal niet kunnen uitbreiden terwijl de verwachtingen van hun gasten toenemen.
De leukste kampeervakanties boek je via
 | ||
 | ||
 | ||
 |
