Personen met een bruto-inkomen onder de 3000 euro krijgen deze maand iets extra vakantiegeld ten opzichte van vorig jaar, terwijl huishoudens boven deze grens er juist iets op achteruit gaan. Dat komt doordat degenen met een iets hoger salaris hogere belastingen moeten betalen, wat ook tot uiting komt in het vakantiegeld, zo blijkt uit berekeningen van salarisverwerker ADP.
Volgens de berekeningen van ADP krijgen mensen met een inkomen van 1000 euro 15 euro extra vakantiegeld, terwijl mensen met een inkomen van 1250 euro 18 euro extra krijgen, ten opzichte van 2022. Wie boven de grens van 3000 euro zit, krijgt echter minder dan vorig jaar. Zo zal iemand met een salaris van 3086 euro 18 euro besparen, terwijl wie twee keer het modale salaris verdient 40 euro bespaart en wie drie keer het modale salaris verdient 579 euro verliest.
De overheid berekent de belasting voor het inkomen verschillend
De reden voor dit toenemende verschil is te wijten aan de manier waarop de overheid het inkomen belast. Naarmate het inkomen stijgt, moet er ook meer belasting worden betaald. Er is echter een belastingkrediet dat afhankelijk is van het inkomen van een individu. Deze heffingskortingen zijn tijdens de begrotingsdag van vorig jaar gewijzigd ten gunste van mensen met een laag inkomen. Zij krijgen een hogere korting op hun belastingaanslag, waardoor zij minder belasting hoeven te betalen.
Vakantiegeld is gewoonlijk 8% van iemands salaris, wat neerkomt op ongeveer een maandsalaris. Vakantiegeld wordt echter zwaarder belast dan gewoon salaris, waardoor iemand er minder van overhoudt. Veel werkgevers betalen vakantiegeld in mei, vlak voor het begin van de zomervakantie.
