Het toerisme op de Faeröer eilanden, een autonoom onderdeel van Denemarken, zit in de lift. Dat zorgt ervoor dat lokale boeren een graantje willen meepikken. Zij willen entree gaan vragen om hun weilanden te betreden, wat voor toeristen vaak nodig is om de mooiste uitzichtplekken van de eilandengroep te bereiken. Daarover schrijft The Guardian.
De toegenomen populariteit van de Faeröer eilanden is toe te schrijven aan de invloed van sociale media, waar influencers steeds vaker schitterende plaatjes delen van het spectaculaire en ruige landschap op de eilandengroep.
Massatoerisme is overigens niet te verwachten. De Faeröer eilanden hebben namelijk gemiddeld 300 regendagen per jaar. Fijnproevers die houden van ruige landschappen, met schapen willen knuffelen of die vallen voor de rustieke houten huizen, komen hier goed aan hun trekken.
Graantje meepikken
De discussie op de Faeröer eilanden gaat nu of toeristen zouden moeten betalen om in de bergen en schapenweiden te wandelen. Momenteel kan iedereen, local of toerist, langs dorpspaden op het platteland lopen, maar veel van de plaatsen die beroemd zijn geworden door sociale media bevinden zich op privéterrein. Sommige boeren maken nu gebruik van oude Faeröerse grondwetten om te profiteren van het toenemend aantal wandelaars dat het unieke landschap wil verkennen.
Entreegeld
Bij verschillende toeristische hotspots is inmiddels toegangsgeld verplicht, vaak zo’n 200 Deense kronen, wat neerkomt op zo’n 27 euro. Betalen zul je bijvoorbeeld bij het beroemde ‘zwevende meer’ bij Trælanipa, de lagune bij Saksun en bij Dunnesdrangar. Volgende zomer moeten wandelaars mogelijk ook betalen om de hoogste punt van de Faeröer, de 880 meter hoge Slættaratindur, te beklimmen. Grondeigenaren stellen dat het geld een compensatie is voor verstoring van landbouw en natuur.
Cruisetoeristen
Toerisme levert nu bijna 100 miljoen euro per jaar op, ongeveer 6% van het bbp van de eilanden. Er zijn slechts 55.000 Faeröerders, maar het aantal bezoekers ligt jaarlijks rond de 110.000, waarbij de meeste toeristen in juni, juli en augustus aankomen. Een groot deel daarvan, zo’n 40 duizend, betreft passagiers van cruiseschepen, die doorgaans maar een paar uur op het eiland zijn.
